Aantekeningen
Treffers 1 t/m 50 van 4,148
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
1 | (1926-2011) Dorothy "Dottie" Jean Nap, 85, of Kansas City, MO, passed away August 17, 2011 at Life Care Center of Grandview. Visitation will be held from 10:00- 11:00 am Monday, August 22, 2011 at Muehlebach Funeral Home, 6800 Troost Ave., Kansas City, MO followed by funeral services at 11:00 am. Interment will be at Forest Hill Cemetery. Dottie was born May 12, 1926 in Kansas City, MO the daughter of Clarence and Nell Vielbig. Dottie graduated from Westport High School in 1944. She was married for 49 years to Harold "Ken" Nap before his death in 1993. She was also preceded in death by her sons James Richard and Randal Gary Nap. Dottie is survived by her daughter, Jeanne (Nap) Kimball and husband Gene Kimball, daughters-in-law Patty and Mary Pat Nap, sister Norma Paris, brother James Richard Vielbig, four grandsons; Sabre Ryan and Gary David Nap and Barney Michael and Travis Kenneth McCoy, two great grandchildren; Nicolas and Ian McCoy, as well as nieces and nephews. The family would like to give special thanks to the caregivers at Life Care Center of Grandview and Crossroads Hospice of Kansas City for providing compassionate care in her final days. In lieu of flowers, the family requests donations be made to Crossroads Hospice, 9237 Ward Parkway, Suite 300 KCMO 64114. Condolences for the family can be left at www.muehlebachchapel.com Muehlebach Funeral Home, 6800 Troost, Kansas City, MO 64131, (816)444-2060 Published in Kansas City Star on August 20, 2011 | Vielbig, Dorothy Jean (I38748)
|
2 | Akte datum: 29-08-1804 Akte plaats: Zuidhorn Bruidegom Hindrik Aalfs Bruid Stijntje Duurts Bruidegoms zijde Swaantje Reinders, weduwe van Ite Klaasen, moeder Bruidegoms zijde Derk Jacobs, halfbroer Bruidegoms zijde Geertje Jacobs, echtgenote van Ekke Ites, halfzuster Bruidegoms zijde Ekke Ites, halfbroer Bruidegoms zijde Derk Reinders, volle oom en voorstander over de bruidegom Bruidegoms zijde Jacob Hansen, voorstander Bruids zijde Anje Klaasen, weduwe van Duurt Klaasen, moeder Bruids zijde Klaas Duurts, volle broer Bruids zijde Jans Klaasen, volle oom Bruids zijde Eijte Klaasen, volle oom en voorstander over de bruid Bruids zijde Pieter Klaasen, volle oom en voorstander over de bruid Bruids zijde Jacob Abels, voorstander over de bruid - Bron Westerkwartier - Register van huwelijkscontracten Collectie huwelijkscontracten (toegang 735) Inventarisnummer 644, folio 52 | Hendriks, Aalf (I56835)
|
3 | Overlijdensakte Tietjerksteradeel, 1811. Aangiftedatum 15 november 1811, akte nr. 98 - Aaltje Polles, overleden 15 november 1811, oud 59 jaar, gehuwd Overlijdensregister Tietjerksteradeel: 15 November 1811, overleden: Aaltje Polles, 59 jaren, wonende te Bergum. Gehuwd, nalatende 6 kinderen. Gen 900, 901, 902 P. Nieuwland: Aaltje Palles, ged. Oenkerk (moet zijn: Oudkerk), 4 jan. 1756 (dr v Palle Jeltes en Janke Lieuwes), overl. o/Bergum (Heidstreek) 15 nov 1811 (59 jr. 6k); tr. Veenwouden jan. 1781 Doeije Joukes (1811: de Haan, v Veenw., zij o/Bergum; S27 316. | Polles, Aaltje (I11024)
|
4 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Levend (I2472)
|
5 | Nipperus, Sjoert Heikes (I11918)
| |
6 | de Boer, Kornelis Arends (I12683)
| |
7 | Sevenga, Maaike (I28381)
| |
8 | Ristig, Engeltje (I35776)
| |
9 | ============================================== GenLias detail resultaat -------------------------------------------------------------------------------- Bron: Burgerlijke stand - overlijden (Partner) Overledene Naam: Nenkien Stoffers Sietsema Geslacht: V Overlijdensdatum: 03-07-1849 Plaats: Roden Algemeen Archieflocatie: Drenthe Toegangnr: 0167.021 Inventarisnr: 1849 Gemeente: Roden Soort akte: overlijden Nummer: 18 Aangiftedatum: 04-07-1849 Vader Naam: Stoffer Wiebes Sietsema Moeder Naam: Judegien Berends Partner Naam: Jan Derks Hollander Relatie: echtgenote Nadere informatie geboortepl: Roden 16-01-1812 | Sietsema, Ninkien Stoffers (I13265)
|
10 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Levend (I56837)
|
11 | Bron Burgerlijke stand - Geboorte Archieflocatie Groninger Archieven Algemeen Gemeente: Haren Soort akte: geboorte Aktenummer: 40 Aangiftedatum: 07-05-1881 Kind Aalkien Nijboer Geslacht: V Vondeling: N Geboortedatum: 06-05-1881 Geboorteplaats: Hoornschedijk gem. Haren Vader Albert Nijboer Moeder Jeltje Venema Nadere informatie beroep vader: arbeider; Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Groninger Archieven Algemeen Gemeente: Haren Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 25 Datum: 19-07-1902 Bruidegom Jan Meindert Uden Geboorteplaats: Veendam Bruid Aalkien Nijboer Geboorteplaats: Hoornsedijk Vader bruidegom Harm Uden Moeder bruidegom Frouwke Brink Vader bruid Albert Nijboer Moeder bruid Jeltje Venema Nadere informatie beroep bruidegom: arbeider; beroep bruid: dienstmeid; beroep vader bruidegom.: kleermaker; beroep vader bruid: arbeider; bruidegom 22 jaar; bruid 21 jaar Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Groninger Archieven Algemeen Gemeente: Groningen Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 163 Datum: 30-04-1914 Bruidegom Pieter Schreuder Geboorteplaats: Groningen Bruid Aalkien Nijboer Geboorteplaats: Haren Vader bruidegom Pieter Schreuder Moeder bruidegom Aaltje Huisman Vader bruid Albert Nijboer Moeder bruid Jeltje Venema Nadere informatie beroep bruidegom: kleermaker; beroep vader bruidegom.: arbeider; beroep vader bruid: arbeider; bruidegom 25 jaar; bruid 32 jaar; weduwe van Jan Meindert Uden | Nijboer, Aalkien (I18480)
|
12 | Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Gelders Archief Algemeen Toegangnr: 0207 Inventarisnr: 9022 Gemeente: Arnhem Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 16 Datum: 14-01-1920 Bruidegom Jan Egbert Schuil Leeftijd: 25 Geboorteplaats: Arnhem Bruid Johanna Wilhelmina van Kerkhof Leeftijd: 24 Geboorteplaats: Arnhem Vader bruidegom Jan Abel Schuil Moeder bruidegom Jantje Faas Vader bruid Evert van Kerkhof Moeder bruid Maria Joosten Nadere informatie beroep Bg.: smid; beroep Bd.: zonder beroep; beroep vader Bg.: koetsier; beroep moeder Bg.: zonder beroep; beroep vader Bd.: geen beroep vermeld; beroep moeder Bd.: zonder beroep | Schuil, Jan Egbert (I13060)
|
13 | Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Groninger Archieven Algemeen Gemeente: Hoogezand Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 21 Datum: 17-05-1834 Bruidegom Arent Kornelis de Boer Geboorteplaats: Windeweer Bruid Eelke Hopman Geboorteplaats: Groningen Vader bruidegom Kornelis Arents de Boer Moeder bruidegom Trijntje Jans Tor Vader bruid Pieter Tammes Hopman Moeder bruid Nantje Abels Nadere informatie beroep bruidegom: landbouwer; beroep bruid: dienstmeid; beroep vader bruidegom.: landbouwer; beroep vader bruid: arbeider; beroep moeder bruid: arbeidster; bruidegom 39 jaar; bruid 26 jaar Bron Burgerlijke stand - Overlijden Archieflocatie Groninger Archieven Algemeen Gemeente: Hoogezand Soort akte: overlijden Aktenummer: 84 Aangiftedatum: 18-07-1874 Overledene Arend Kornelis de Boer Geslacht: M Overlijdensdatum: 17-07-1874 Leeftijd: 79 Overlijdensplaats: Nieuwecompagnie gem. Hoogezand Vader Kornelis Arends de Boer Moeder Trijntje Jans Tor Partner Eelke Hopman Relatie: echtgenoot Nadere informatie geboortepl: Windeweer gem. Hoogezand; beroep overl.: landbouwer | de Boer, Arent Kornelis (I12719)
|
14 | Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum Algemeen Toegangnr: 30-37 Inventarisnr: 2013 Gemeente: Tietjerksteradeel Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 49 Datum: 31-07-1841 Bruidegom Broer Roels Zandburg Leeftijd: 34 Geboorteplaats: Bergum Bruid Janke Geerts van der Meer Leeftijd: 34 Geboorteplaats: Bergum Vader bruidegom Roel Ebes Zandburg Moeder bruidegom Stijntje Pieters Vader bruid Geert Feyes van der Meer Moeder bruid Aaltje Abrahams | Zandburg, Broer Roels (I18622)
|
15 | Bron Burgerlijke stand - Overlijden Archieflocatie Groninger Archieven Algemeen Gemeente: Marum Soort akte: overlijden Aktenummer: 36 Aangiftedatum: 19-09-1839 Overledene Wijtske Schuil Geslacht: V Overlijdensdatum: 17-09-1839 Overlijdensplaats: Nuis gem. Marum Vader Jan Pieters Schuil Moeder Antje Jans Kuiter Partner Nadere informatie geboortepl: Nuis gem. Marum oud 6 dagen; beroep vader: schoenmaker; beroep moeder: schoenmakersche | Schuil, Wijtske (I18109)
|
16 | De KP-Echtenerbrug. De Knokploeg van Lemsterland was, in het voorjaar van 1944 door Haitse Wiersma ('Wytse'), neef van Sjoerd en hoofd van district Sneek) opgericht, te Echtenerbrug. De leden waren gerekruteerd uit de plaatselijke verzetsbeweging, aangevuld met wat KP'ers van buiten de gemeente als 'Lange Jan' Hoornstra en Jan Sustring. De leiding viel toe aan Wim Reinders. De eerste gelegenheid om in actie te komen diende zich al snel aan. Tegen het einde van april kreeg kassier Waardemateriaal van distributiekantoor Langweer, Jan de Jong, te horen dat hij niet was vrijgesteld voor de Arbeitseinsatz. Maar Luitjen Mulder, die hij goed kende, regelde vlug een onderduikadres voor hem. Daar De Jong uit hoofde van zijn functie gemakkelijk bij de kluis kon komen, werd een plan beraamd. In de ochtend van de 29e april begaf Jan zich als gewoonlijk naar de kluis. Onder de ogen van de nietsvermoedende bewakers van het gemeentehuis haalde hij de kluis leeg en deed de inhoud in postzakken. Op de afgesproken plaats wachtte de KP met een auto. De buit bleek indrukwekkend: maar liefst 6583 bonkaarten, 1325 tabaksbonnen en talloze coupures. Deze kwamen onderduikers en verzet goed van pas. Jan de Jong dook onder in het noorden van Overijssel en beleefde de bevrijding. Meer spectaculair was de overval op het distributiekantoor in Kuinre op 13 juli 1944. Men had politieman Frans Hylkema bereid gevonden tot medewerking. Hij verstrekte inlichtingen omtrent het kantoor en met zijn hulp kon Wim Reinders zich op de zolder, achter een stapel ingeleverde radio's verbergen. Toen de duisternis inviel, sloop Reinders de trap af en liet de rest van de ploeg binnen. De twee bewakers werden in een handomdraai gekneveld en omdat geschikt gereedschap ontbrak, werd de gehele brandkast op een bakfiets geladen. Men nam tevens een gedeelte van de radio's mee, want dat ging toch in één moeite door. Wiepke Hof stelde nog voor de, deur in te trappen, opdat het zou lijken of de overval van buitenaf had plaatsgevonden. Vervolgens nam Hof achter het stuur van de bakfiets plaats. Het transportmiddel werd achter de personenauto gebonden en zo reed men naar Echtenerbrug. Op het erf van Jan Toering aan de Kempenaersweg opende men de brandkast. Half augustus kwam er een nieuwe opdracht van Wiersma: de distributieleider van datzelfde kantoor in Kuinre, ene Harm Jan Huls, moest zo spoedig mogelijk overgebracht worden naar een plaats waar men hem kon verhoren. Wat was er namelijk aan de hand? Naar verluidt had het Gelders verzet in de bossen bij Apeldoorn, een verrader opgewacht en geliquideerd. Toen men het lijk fouilleerde was een lijst gevonden, welke bestemd was voor de SD te Arnhem. De lijst bevatte namen en adressen van mensen die in Lemsterland en de kop van Overijssel in het verzet werkzaam waren of onderduikers herbergden. Onderaan de lijst was onvoorzichtig geschreven: 'Bovenstaande gegevens zijn afkomstig van de heer Huls te Kuinre', maar er was wel aan toegevoegd dat deze Huls tegenover derden onbekend wenste te blijven. De lijst was in allerijl bezorgd aan de in Kuinre wonende dokter Bouman, wiens naam als tweede op de lijst voorkwam. Deze had de lijst ook anderen die er op vermeld stonden onder ogen gebracht en men besefte dat er ingegrepen moest worden. De KP nam opnieuw contact op met politieman Hylkema, maar deze weigerde ditmaal medewerking: Huls' sympathieën waren bekend, maar desondanks stond hij in Kuinre zeker niet als onbetrouwbaar te boek. Wat stond de Knokploeg nu te doen? Als de distributieleider zijn plan alsnog ten uitvoer bracht, zouden niet alleen vele verzetsmensen, maar ook talloze onderduikers in groot gevaar komen te verkeren. Gelukkig kreeg de KP van Dubbeld Postma, gelegenheid om vanuit diens boerderij de situatie op te nemen en hun auto daar onder te brengen. Na rijp beraad werd beslist om Huls op klaarlichte dag te ontvoeren. Op 17 augustus rond kwart over één sleurden de KP'ers Huls tijdens zijn wandeling tussen het distributiekantoor en zijn kostadres in de auto. De distributieleider werd geblinddoekt en buiten het dorp aangekomen vernielde de KP eerst de telefoondraden. Men zette vervolgens koers naar de boerderij van de ondergedoken Johannes Kraak, waar de distributieleider aan een lang touw werd vastgelegd. Bij het verhoor bracht Philippus Spits hem aan het touw op. De aanvankelijk ontkennende Huls werd daar geconfronteerd met de harde bewijzen van zijn schuld. Buiten een lijst met telefoonnummers van de SD, vonden de KP'ers nog onder andere een briefje op hem met de naam D.J. Hoekstra: deze bleek een politieman uit Ede, die in Friesland gewerkt had. Huls bekende dat Hoekstra drie weken geleden bij hem was geweest om te praten over de overval. Huls had toen een aantal mensen genoemd die hij van medeplichtigheid verdacht. In samenwerking met twee landwachters te Kuinre hadden Huls en Hoekstra toen een complot gesmeed om op grote schaal zaken betreffende de illegaliteit te gaan verraden. Hiertoe had men een fors aantal informanten geraadpleegd, onder wie de eerder genoemde bakkersknecht, een paar NSB'ers uit Lemsterland en de waarnemend burgemeester van Kuinre. Uiteindelijk legde Huls een volledige bekentenis af, waarbij hij tevens zijn lidmaatschap van de landwacht en zijn deelname aan razzia's toegaf. Om vergeldingsmaatregelen op de bevolking van Kuinre te voorkomen, werd Huls gedwongen een brief te schrijven waarin stond dat hij in goede gezondheid verkeerde. Als resultaat werden de meeste mensen die in verband met de ontvoering waren opgepakt weer vrijgelaten. Huls werd vanwege de veiligheid steeds verder van Kuinre gebracht en kwam op de boerderij van Jan Toering terecht. Intussen had de Knokploeg het proces-verbaal getypt en wachtte de uitspraak van het Veemgericht af. Op 20 augustus werd over Huls het doodvonnis uitgesproken; de KP'ers brachten hem die nacht hiervan op de hoogte. Huls mocht nog kiezen op welke manier hij ter dood gebracht wilde worden. Uiterlijk onbewogen koos de distributieleider voor de kogel: 'Doe maar in de nek'. Geestelijke bijstand werd door hem geweigerd. Op de vraag of hij berouw had, antwoordde Huls zonder aarzeling: 'Neen'. Ongeveer een uur nadien, om half twee, werd het vonnis door Toon met een enkel schot voltrokken. Het lijk van Huls werd naast de lege brandkast achter de boerderij begraven. | Huls, Harm Jan (I35597)
|
17 | DTB Dopen met Aintje Kind Aintje Geboorteplaats Zevenhuizen Geslacht Vrouw Vader Geert Harms Moeder Rensche Jans Gebeurtenis Doop Datum 25-01-1756 Gebeurtenisplaats Midwolde DocumenttypeDTB Dopen ErfgoedinstellingGroninger Archieven Plaats instellingGroningen CollectiegebiedGroningen Archief124 Registratienummer297 Registratiedatum25-01-1756 AkteplaatsKerkelijke gemeente - Midwolde en Leek CollectieArchiefnaam: Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 297 BoekDoop- en trouwboek 1702-1811 Harm Hummel, beroep Veenbaas en Landbouwer , geboren Zevenhuizen , gedoopt Leek 10 december 1745, overleden Zevenhuizen 7 november 1806, begraven Zevenhuizen 11 november 1806 , vader Jan Harms Hummeling, moeder Lutchert Willems, trouwt Leek 1781 87 Antje Geerts Middel, beroep Arbeidster te Leek, geboren Zevenhuizen , gedoopt Leek 25 januari 1756, overleden Peize 13 januari 1831 , vader Geert Harms, moeder Renschke Jans Middel Uit dit huwelijk 1.Lutje Harms Hummel 2.Geert Hummel, beroep Arbeider en Landbouwer, geboren Zevenhuizen , gedoopt Leek 26 oktober 1783, overleden Tolbert 25 juni 1857 , trouwt Leek 22 oktober 1812 Jantje Geerts Brinkman, geboren Winsum , overleden Tolbert 11 januari 1872, ouders Geert Gerrits Brinkman en Annegien Klasens 3.Aafke Hummel, geboren Zevenhuizen 19 november 1785, overleden Midwolde 28 september 1859, trouwt Leek 17 mei 1823 Abel Roelofs Gorter, geboren Langelo , gedoopt Norg 13 mei 1770 , overleden Marum 17 januari 1843, ouders Roelof Abels en Roelfien Joestens Bastiaans 4.Jan Hummel, beroep Timmerman, boerenknecht , geboren Zevenhuizen 18 april 1788, gedoopt Leek 27 april 1888, overleden Zevenhuizen 16 juni 1826, trouwt Oldekerk 24 mei 1818 Jantje Ennes Kuipers, geboren Hoogkerk 19 juli 1795, ouders Enne Pieters Kuiper en Bregtje Harms 5.Trijntje Hummel, geboren Zevenhuizen , gedoopt Leek 17 oktober 1790 , overleden Vries 13 april 1860, trouwt Vries 23 april 1836 Jan Harms van Wijk, geboren ca 1788, ouders Harm van Wijk en Eebeltje Jans Krumes 6.Renskje Jans Hummel, geboren Zevenhuizen , gedoopt Leek 17 augustus 1793, overleden Eelde 31 oktober 1874, trouwt Peize 12 mei 1827 Aldert Hindriks Buiringe, geboren Peize 23 april 1803 , gedoopt Peize 2 mei 1803, overleden Peize 24 november 1827, ouders Hindrik Buiringe en Margien Geerts Timmer 7.Grietje Hummel, beroep Arbeidster , geboren Zevenhuizen , gedoopt Leek 3 januari 1796, overleden Tolbert 4 juni 1832, trouwt Leek 16 mei 1818 Pieter Jentes Niewijk, gedoopt Tolbert 10 januari 1790 , overleden Leek 17 februari 1865, ouders Jente Sjerks Niewijk en Aafke Pieters 8.Geertje Hummel, gedoopt Leek 19 augustus 1797, overleden Zuidlaren 28 januari 1878 , trouwt Norg 26 april 1823 Albert Willems Popken, geboren Vries 4 december 1785, overleden Zuidlaren 27 februari 1846, ouders Willem Alberts Popken en Margien Alberts Bron: https://toby48.home.xs4all.nl/oost.htm#ID86 | Middel, Antje Geerts (I31631)
|
18 | HET HUIS VAN BARMHARTIGHEID WAS TE KLEIN Veel bewoners van Ermelo zijn verrukt over het feit dat het Huis van Barmhartigheid in oude glorie is hersteld. Vooral de Zendingskerkers en Ermeloërs met gevoel voor historie zijn er heel blij mee. De bouwschuttingen zijn intussen weggehaald en de aanleg van de parkeerplaatsen en de tuin is begonnen. Het eerste bedrijf heeft zich er al gevestigd. Heel veel prachtige bloemstukken, die van buitenaf zichtbaar zijn, sieren het pas geopende gedeelte op. Andere bedrijven zullen volgen. Dat het een historisch plekje is bewijst een groep belangstellenden die in de bouwput van de parkeergarage volop staan te genieten van het opgraven van de eerste pottenbakkersoven van omstreeks 1300, die ooit op de Veluwe is gevonden. Mooie vondsten staan vlak tegenover de Zendingskerk zomaar op de koude grond naast de put. “Het Huis”, zoals het nu genoemd wordt, heeft nog plaats voor andere bedrijven. Dat was in de tijd van ds. Witteveen anders. Toen was het Huis van Barmhartigheid al gauw te klein. Er werden vier dependances gekocht en gebouwd. Al voordat de eerste steen van het Huis van Barmhartigheid gelegd werd kocht ds. Witteveen in 1863 een stuk grond aan de Telgterweg (nu Holtropstraat) waar Bethanië gebouwd werd. Dat was een boerderijtje waarvan nog een ansichtkaart bestaat. EEN HEEL TRAGISCHE START Waarom werd de naam van dat boerderijtje BEThanië en heetten de andere drie dependances BEThel, BEThesda en BETlehem? Daaraan ligt een tragische start van de Ermelo-periode in ds. Witteveens leven ten grondslag. Vlak voordat hij zijn studie afrondde “moest” hij in 1845 trouwen met BETje Volten. In 1846 werd hun dochtertje Anna geboren. Ds. Witteveen kreeg korte tijd daarna een beroep naar Ermelo en op 13 september 1846 zou hij intrede doen. Op 9 september werd hij door een paar boeren met wagens opgehaald met zijn gezinnetje. Anna was niet lekker, leek de volgende dag wat op te knappen maar het meisje overleed ’s middags. Ze was pas 7 maanden oud. Alle plechtigheden gingen wel gewoon door, maar vooral voor moeder Betje was het leven stukgeslagen. Ze ging veel naar haar ouders in Harderwijk, begon te drinken en kreeg epileptische aanvallen. In 1850 overleed ook Betje. De indruk bestaat dat de geweldige werklust van ds. Witteveen te maken heeft met dit dubbele verlies. Hij heeft zich er waarschijnlijk bovenuit gewerkt. BETHEL, BETHLEHEM EN BETHESDA Op de Putterweg tegenover de Oude kerk staat een rijtje huizen. Vroeger stond er tegenover Het Weitje nog zo’n rijtje huizen. Die kocht ds. Witteveen in 1876. Hij gaf het perceel de naam Bethel. Een andere dependance heette Bethlehem, broodhuis. Dat was een toepasselijke naam want het was een bakkerij. In 1873 verkocht Witteveen het aan zijn zwager Petrus Volten. Het is nu het pand van Vinke Veluwe Makelaars. Tenslotte is er dan nog het huis Bethesda, ingericht voor kinder- en ziekenverpleging. In 1879 wordt het net als Bethel door Witteveens geldschieter, mevrouw Van Halteren, verkocht. Er waren grote schulden. Een hypotheek van 20.000 gulden. In het Ermeloo’sch Zendingsblad van 1879 worden de vraagprijzen voor Bethesda, Bethanië en Bethlehem genoemd. Bethanië is kennelijk niet verkocht want in 1901 behoort het nog tot het Huis van Barmhartigheid. Bethesda ligt tegen de Oude kerk aan. Toen de kerk gerestaureerd werd bedacht ds. Rothfusz dat het leuk zou zijn die boerderij bij de restauratie te betrekken en te gebruiken als bijgebouw. Aldus geschiedde. Nu heet het gebouw “De Hoeve” en jawel het is vernoemd naar “onze” Hoeve, de eerste Christelijke school op de Veluwe. Aan de westkant van de nieuwe Hoeve is de eerste steen van “onze” Hoeve ingemetseld en zo leeft die nog door in de herinnering. (Met dank aan de kenner bij uitstek van Oud-Ermelo, Hans van Dijk, die veel speurwerk verrichtte en voor onze tentoonstelling beeldmateriaal afstond.) Leo Mol (afkomstig van de website van de Hervormde gemeente Ermelo) | Witteveen, Harmanus Willem (I40833)
|
19 | K.B. d.d. 16 mei 1848 nr. 71, waarbij met vrijstelling van artikel 88 lid 1 B.W. vergunning wordt verleend tot dit huwelijk | Hollander, Taekele (I76324)
|
20 | Kind Gerrit Geboorteplaats Groningen; Surhuisterveen Geslacht Man Vader Onne Gerrits Moeder Elizabet Klaassens Gebeurtenis Doop Datum10-03-1793 Gebeurtenisplaats Groningen; Surhuisterveen Documenttype DTB Dopen Erfgoedinstelling Groninger Archieven Plaats instelling Groningen Collectiegebied Groningen Archief124 Registratienummer152 Registratiedatum10-03-1793 Akteplaats Kerkelijke gemeente - Groningen Collectie Archiefnaam: Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, Bron: boek, Deel: 152 Boek Algemeen doopboek 1779-1795 | Gerrits, Gerrit (I70345)
|
21 | Toestemming verleend bij K.B. d.d. 29 mei 1865, voor het aangaan van een huwelijk tussen schoonbroer en schoonzus; met legitimatie van een kind. | Gezin F11046
|
22 | Westerkwartier - Register van huwelijkscontracten Bron: Registraties vóór 1811 Soort registratie: Huw. contract (Akte)datum: 21-05-1779 Plaats: Grijpskerk Bruid Aleida Bolt Bruidegom Frerik Jans (koopman) Bruids zijde E, Bolt - vader, medicinae practicus Bruids zijde Geertje Cornelis - moeder Bruids zijde Nicolaus Bolt - broer, studiosus Bruids zijde Jacob Alberts Boersema - halve zwager Bruids zijde Henrica Wiersema - halfzuster Bruids zijde Thomas Jans - halve zwager Bruids zijde Ebeltje Wiersema - halfzuster Bruids zijde T. Bolt - oom, predikant te Visvliet Bruids zijde Martha Pot - aangehuwde moei Bruids zijde Jan Laurens Lenting - aangehuwde oom Bruids zijde Meinardina Bolt - moeij Bruids zijde Anna Bolt - moeij Bruids zijde Sjoert Willems Cleveringa - wijlen man van Anna Bolt Bruidegoms zijde Aaltje Jans - zuster, weduwe van Meindert Berends Bruidegoms zijde Meindert Berends - wijlen man van Aaltje Jans Bruidegoms zijde Puttingh - zwager, pastoor Bruidegoms zijde Trijntje Jans - zuster | Bolt, Aleida Ennes (I59824)
|
23 | Postma, Stientje (I2752)
| |
24 | "Claas: Quotisatiekohieren 1749: Claas Martens, Dantumadeel Plaats: Veenwouden Omschrijving: welgestelde boer Gezin volw: 4 en kind: 3 Aanslag: 55-6-0 Verhoging: Vermogen: Bron: Dantumadeel, fol. 108 Quotisatiekohieren 1749 - verklaring: eerste regel: hier staat de naam van de betrokkene(n) zoals vermeld in het kohier, gevolgd door de stad of de grieterij waar men woonde. Plaats: hierbij gaat het in principe om de woonplaats (sommige dorpen komen evenwel niet voor; de inwoners daarvan zijn dan onder een nabij gelegen dorp te vinden. Bij Achtkarspelen geldt dat voor Gerkesklooster. De inwoners van dat dorp zijn te vinden onder Augustinusga.) Bij steden staat in de regel de wijk vermeld waarin men woonde. Omschrijving: hierbij wordt het beroep vermeld en/of de kwalificatie, meestal met betrekking tot de welstand van de betrokkene, gegeven. De betekenis van een beroep dat minder bekend is kan worden opgezocht in de Beroependatabase. Regelmatig komt u hier de afkorting cu. tegen. Dit staat voor cum uxore en betekent: met echtgenote. Gezien: hierbij staat achter volw: het aantal personen binnen het gezin van 12 jaar en ouder; achter kind: staat het aantal kinderen beneden 12 jaar. Vaak is dit bij arme gezinnen niet genoteerd. Aanslag: de belsating waarvoor het gezin is aangeslagen. Het noteren van de geldbedragen geschiedde meestal door drie getallen, gescheiden door streepjes. Het geldstelsel in de achttiende eeuw was vooral gebaseerd op de caroligulden. Ook in de quotisatiekohieren werd hiermee gerekend. Het eerste getal stond voor het aantal caroliguldens, het tweede voor het aantal stuivers en het derde voor het aantal penningen. Bij de quotisatie werd in beginsel overigens niet met penningen gerekend. Verhoging: het bedrag in guldens waarmee de aanslag is verhoogd; dit geldt alleen voor die steden en grietenijen, waarbij dat in de originele registers staat vermeld. Vermogen: Het gaat hier om het geschatte vermogen. Dit is maar een enkele grietenij of stad opgegeven. Bron: naam van de grietenij of stad, waarop het kohier betrekking heeft, met vermelding van het folnr waarop de inschrijving is te vinden. Dit is de afkorting van folionummer. Folieren is een wijze van pagineren waarbij elk blad een nummer krijgt. De voorkant is dan bij. fol 5 of fol 5r(ecto) terwijl de ommezijde fol 5v(verso) is. Klaas Martens; boer en veenbaas, overl. onder Hardegarijp 10 mei 1774, tr. 1. Veenwouden 7 mei 1724 Trijntje Tabes (bdn v Veenw.), tr. 2. Veenw. 15 juli 1731 Dirkje Joukes (bdn v Vw.), belijd. Veenw. 4 feb. 1731, op lidm. lijst 1743 (nr. 51), stemkoh.: 1738, 1748 gebr. Veenw. 8, speciekoh.: 1751 v Veenw. naar Hardegarijp 21 (1761: de vrouw overl., 1774: overleden), person. koh.: 1768 £ 840, 1774 de erven, 1787 verdeeld, HvF civ. bijl. 90-16, DAN K13 21, 34; TIE S22 45, M17 251 (testament 23 nov. 1768); ki. (ged. Veenw.), ex 1: Hinke, 23 feb. 1727, Marten, 13 maart 1729 (overl.), ex 2: Sybe, 29 juni 1732, Jouke en Ate, 1 dec. 1737, niet gedoopt: Ruurd, Marten, Allert, in doopbk. nog: zoontje, naam en leeft. niet vermeld, 25 nov. 1757 | Martens, Claas (I12229)
|
25 | "geboorteplaats Pruisminnen" | op 't Ende, Stoffer (I62436)
|
26 | "Geschiedenis van Haren, Groningen, Netherlands". http://www.groningerarchiefnet.nl/index.php?view=article&id=128&option=com_content. Haren Geschiedenis Haren vanaf het eerste begin Haren, Onnen, Glimmen en Noordlaren waren vroeger zelfstandige buurdschappen. Nu vormen ze samen de gemeente Haren, waarvan de historie vele eeuwen teruggaat. Het begin van die geschiedenis ligt verborgen in een tijdperk waarover wij nauwelijks iets weten. Alleen archeologische vondsten in bovengenoemde dorpen hebben zo nu en dan een tipje van de tijdssluier opgelicht. Op grond van verschillende vondsten mogen wij aannemen dat het gebied van Haren al ver voor onze jaartelling bewoond is geweest, al was het nog niet permanent. Van continuïteit in de bewoning is pas sprake in de vroege Middeleeuwen. I Gemeente Haren 1811-1989 de ontwikkeling van een gemeente De gemeente Haren had gedurende de 19e eeuw een sterk agrarisch karakter. Landbouw en ambacht waren de voornaamste middelen van bestaan. De producten werden grotendeels in de eigen omgeving verkocht. Dit voorbeeld van landelijke rust zou lang blijven bestaan. Het inwoneraantal in 1830 bedroeg 2197 zielen. In 1890 bleek dit te zijn uitgegroeid tot 3865. Gemiddeld betekende dit een jaarlijkse toename van 28 inwoners. Vanaf 1890 lijkt de periode van langzame groei voorbij. De landbouw bloeide op en de gemeente Haren werd tevens een populaire vestigingsgemeente voor gepensioneerden en beter gesitueerden. De ontwikkeling van Haren kon niet los gezien worden van de aanwezigheid van de grote buurman Groningen. Drie keer moest Haren grondgebied aan Groningen afstaan. Aanvankelijk lag de grens tussen de beide gemeenten bij het Boschhuis tegenover het Sterrenbos. Waar voorheen de vestingwerken hadden gelegen werd in het jaar 1884 de gevangenis (de huidige van Mesdagkliniek) gebouwd. Men achtte het wenselijk dat dit gebouw in de gemeente Groningen kwam te liggen en dit had tot gevolg dat de grens verlegd werd naar de Natte Brug. Een veel grotere wijziging betrof de annexatie van Helpman door de gemeente Groningen met ingang van 1 januari 1915. De noordelijke grens verschoof in zuidelijke richting van de Nattebrug tot de Esserweg. De annexatie was niet zo onlogisch; Helpman was een wijk in opkomst die naar Groningen toegroeide. De gemeente Haren was in een keer een derde deel van de bevolking en 12% van het toenmalige grondgebied kwijtgeraakt. Wat overbleef was een landelijke gemeente met een losse en ruime bebouwing in de woonkernen. Toch zou dat snel veranderen. In de jaren ’20 werd de wijk Tuindorp gebouwd en Haren breidde vanaf 1935 verder uit. Een in dat jaar goedgekeurd uitbreidingsplan vergrootte de woonfunctie in en nabij het centrum van het dorp. Tussen 1920 en 1940 verdubbelde het bevolkingsaantal tot bijna 10.000 inwoners. De toename werd na de Tweede Wereldoorlog alleen maar versterkt. Haren werd een echt forensendorp mede door de beperkte woonmogelijkheden in de stad Groningen. Vanaf de jaren ’60 werden zelfs complete woonwijken gebouwd. De Molenbuurt, Maarwold en Oosterhaar werden buitenwijken aan de rand van het dorp. Ook Glimmen en Onnen breidden, zij het op kleinere schaal, uit. Ondertussen werd er wederom aan Groningen gemeentegrond afgestaan. Een gedeelte van de Veenweg bij Eelderwolde en een stukje Hoornschedijk gingen per 1 januari 1969 over naar de Martinistad. Waterhuizen behoorde vanaf die datum bij de gemeente Hoogezand-Sappemeer. Behalve het inwonertal groeiden ook de voorzieningen mee. Het centrum van Haren groeide uit tot een volwaardig winkelgebied. Sportaccommodaties zoals het sportcentrum Scharlakenhof en de diverse complexen voor buitensporten voldoen aan de eisen van deze tijd. Het wegennet is regelmatig aangepast en de recreatieve voorzieningen (het Paterswoldse- en het Zuidlaardermeer, de Appèlbergen, het Boeremapark, het Quintusbos) zijn, net als diverse culturele voorzieningen, ruimschoots voorradig. Het aantal arbeidsplaatsen in de gemeente Haren steeg dermate dat de term ‘forensenplaats’ niet geheel meer van deze tijd is. Al met al heeft de gemeente Haren ondanks alle veranderingen nog altijd zijn eigen specifieke gezicht van een groene en vriendelijke woonomgeving. II Gemeente Haren 1811-1989 - de bestuurlijke en ambtelijke organisatie Voordat de gemeente Haren in 1811 ontstond was Haren en omstreken onderdeel van het Gorecht. Het Gorecht had geen bestuur. Dat werd uitgeoefend door de magistraat van Groningen. In 1795 veranderde het één en ander. De Bataafse Republiek ontstond en ingezetenen rondom de stad Groningen wilden niet langer geregeerd worden door burgemeesters en raad van Groningen. Deze verandering maakte onder meer plaatselijke besturen noodzakelijk. In 1798 werd het Plaatselijk Bestuur Haren ingesteld, dat het territoir Haren, Helpman, Onnen en Noordlaren omvatte. In het jaar 1810 werd Nederland ingelijfd bij het Keizerrijk Frankrijk. Gevolg hiervan was dat het land bestuurlijk opnieuw werd ingedeeld. De plaatselijke besturen verdwenen. In 1811 werd de gemeente Haren gevormd. Het grondgebied was hetzelfde als onder het Plaatselijk Bestuur. Het gemeentebestuur was samengesteld naar Frans model en bestond uit een maire (burgemeester) en een conseil municipal (gemeenteraad) van zes leden, aangevuld met enkele notabelen die de vergaderingen bijwoonden. De maire werd bijgestaan door een adjunct-maire. Zij waren geen lid van de conseil municipal. De maire had verreweg de meeste bevoegdheden. De conseil municipal, benoemd door de prefect van de provincie Groningen, had slechts inspraak bij de behandeling van de begroting en de jaarrekening. De taken van het gemeentebestuur waren in die eerste jaren de heffing van rijksbelastingen en het bijhouden van de burgerlijke stand. Ook was het gemeentebestuur verantwoordelijk voor het onderhoud van de wegen en de openbare werken. De maire was als hoofd van de politie verantwoordelijk voor de openbare orde. Daarnaast hield hij toezicht op het kerkelijk leven, de armenzorg en de gezondheidszorg. De gemeente Haren was sterk gebonden aan het provinciaal bestuur. Voor alle besluiten was goedkeuring vereist. In 1819, na de Napoleontische tijd, werd een nieuwe bestuursstructuur in de vorm van het “Reglement van Bestuur voor het Platteland der provincie Groningen” van kracht. Wijzigingen waren onder meer veranderingen van namen van gemeentebestuurders en hun benoeming. Tevens nam het aantal gemeentelijke taken toe. De maire werd vanaf dat moment schout genoemd. Het conseil municipal kreeg de naam gemeenteraad en de adjunct heette voortaan assessor. De assessor werd ook lid van de gemeenteraad. De schout werd benoemd door de koning en de raad door gedeputeerde staten. Op voordracht van de gemeenteraad benoemde gedeputeerde staten twee assessoren. In Haren kwamen zes mannen in de raad, waarvan er twee assessor werden. De invloed van de schout in het gemeentebestuur was zeer groot. Naast zijn voorzitterschap van de raad was hij ook secretaris en derhalve verantwoordelijk voor de voorbereiding van alle beslissingen. Bij het staken van de stemmingen was de stem van de schout doorslaggevend. De taken van de schout waren het uitvoeren van wetten en besluiten van de koning, het bijhouden van de burgerlijke stand, het hoofd van de politie en het houden van toezicht op de kerkelijke en armengoederen. Gezamenlijke taken van schout en assessoren waren de handhaving van de openbare orde, het zorgdragen voor openbare veiligheid en inkwartiering, het controleren van de staat van openbare werken, markten, postdienst en handel en het beheer van de gemeentegoederen. De gemeenteraad droeg zorg voor het opstellen van verordeningen en voor de financiën. Het gemeentebestuur bleef sterk gebonden aan de goedkeuring door gedeputeerde staten. Dat schout en assessoren een democratische inslag hadden blijkt uit onderstaande: Het eerste verbaal uit de vergadering van schout en assessoren dd 8 maart 1820 De assessoren Roelf Koops en Jan Vos present zijnde, heeft de schout voorgedragen dat voortaan alle zaterdagen, des morgens van elf tot twaalf uren in het huis der Gemeente, gezamenlijk door den schout en assessoren zitting te houden, ten einde de ingezetenen in de gelegenheid te stellen om wanneer zij verkiezende iets voor te dragen zich aldaar op den bovengenoemde tijd zouden kunnen vervoegen. Waarover gedelibereerd zijnde: Is goedgevonden om zulks bij publicatie ter kennis der ingezetenen te brengen met van het hier bepaalde J. van Trojen, schout der gemeente Haren In 1825 werd een reglement ingevoerd, dat gold voor het plattelandsbestuur in heel Nederland. De schout kreeg de naam van burgemeester en hij kreeg meer mogelijkheden tot zelfstandig handelen. Enkele taken die hij eerst met de assessoren moest uitvoeren kon hij nu alleen doen. Van zijn handelen deed hij alleen verslag aan de assessoren. Onveranderd bleef de binding van het gemeentebestuur aan gedeputeerde staten. Door de inwerkingtreding van de nieuwe Gemeentewet van minister Thorbecke in 1851 werd de organisatie van het gemeentebestuur sterk veranderd. Een verandering die de basis vormde voor het besturen van gemeenten gedurende anderhalve eeuw. De benoeming van de burgemeester door de koning bleef gehandhaafd. De gemeenteraad werd gekozen door 115 mannelijke ingezetenen, die een bepaald bedrag aan belasting, het zgn. censusrecht, betaalden. De zeven raadsleden werden voor een periode van zes jaren gekozen. Om de twee jaren traden twee raadsleden af. De raad koos zelf uit haar midden de wethouders, de opvolgers van de assessoren. Het college van burgemeester en wethouders vormde het dagelijks bestuur, maar de hoogste beslissingsbevoegdheid lag bij de gemeenteraad. Tot 1872 bestond de gemeenteraad uit zeven leden; daarna werd dit aantal uitgebreid tot elf leden. De bevoegdheden van de burgemeester werden behoorlijk teruggedrongen. Zijn belangrijkste taak was het handhaven van de openbare orde; tevens bleef hij hoofd van de politie. De taken van de gemeente waren verder het innen van belastingen, het onderhouden van de openbare werken, de zorg voor gezondheid en veiligheid, het onderwijs, de armenzorg, de militaire zaken, de organisatie van de verkiezingen, het maken van jaarverslagen en het bijhouden van de burgerlijke stand en het bevolkingsregister. De uitgevaardigde verordeningen waren nog steeds aan de goedkeuring van gedeputeerde staten onderhevig. Door onder meer de toename van de bevolking en de overheidsbemoeienis werden de gemeentelijke taken in de loop der jaren steeds uitgebreider. De Hinderwet van 1875 verplichtte gemeenten tot regeling van het toezicht op inrichtingen die gevaar, schade en hinder kunnen veroorzaken. Er ontstond een groeiende aandacht voor openbare zedelijkheid, zodat er onder meer toezicht werd uitgeoefend op plaatsen waar sterke drank werd geschonken. De volkshuisvesting kreeg door de invoering van de Woningwet in 1901 meer aandacht. Gevolg hiervan was dat er meer mensen in dienst van de gemeente traden. In 1875 bestond de gemeentelijke organisatie uit een burgemeester/secretaris, een bode/veldwachter die tevens belastinginner was; verder waren actief een gemeenteontvanger en een opperbrandmeester; later kwamen daarna nog een gemeentegeneesheer, een vroedvrouw, een gemeentearchitect, klerken, opzichters en wegarbeiders bij. Aanvankelijk bekleedde de burgemeester ook nog de secretariaatsfunctie, maar vanaf 1907 had de gemeente Haren, in de persoon van J. Winters, haar eigen gemeentesecretaris. De gemeenteraad was vanaf 1919 een afspiegeling van de politieke keuze van de gehele bevolking door de invoering van het algemeen kiesrecht. Naarmate de 20e eeuw vorderde namen de gemeentelijke taken verder toe. In 1926 bedroeg het aantal personeelsleden 22. De eerste aparte tak van dienst was het gemeentelijk Gasbedrijf in 1935. Later zouden het Grondbedrijf en de dienst Gemeentewerken volgen. Het proces van bureaucratisering en uniformsering van het lokale bestuur in de 20e eeuw was toen al lang in gang gezet. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Haren tijdelijk bestuurd door een NSB-burgemeester en twee wethouders van dezelfde stroming. Na de oorlog werd er eerst een tijdelijke gemeenteraad benoemd, die vervolgens plaatsmaakte voor een gekozen raad. De gemeentesecretarie was aanvankelijk gevestigd op de eerste etage van herberg de Jachtwagen aan de Rijksstraatweg; in de volksmond werd deze lokaliteit Hotel het Gemeentehuis genoemd. Later was op deze locatie Hotel de Horst gevestigd. Vanaf 1886 was de gemeente gehuisvest in het gemeentehuis aan de Rijksstraatweg/hoek Meerweg. Op deze locatie bevindt zich thans het winkelcentrum de Brinken. In 1975 verhuisde de gemeente Haren naar een nieuw gemeentehuis aan het Raadhuisplein in het centrum van Haren. De technische diensten waren vanaf 1929 aan de Harener Haven en de Westerse Drift gevestigd. Ook in (inmiddels gesloopte) panden aan de Rijksstraatweg waren gemeentelijke diensten gehuisvest. | Bron (S22)
|
27 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Levend (I4999)
|
28 | "Verdronken aangetroffen in het water onder Dongjum en alzoo overleden." | Schotsman, Jappe Symons (I70849)
|
29 | "Voorkind" van Jentje Oosterveen en Bartus Hollander??? Bekende adressen in de Polderstraat en Middenstraat. Hadden in de Middenstraat een winkeltje in tabak en snoep. Overleden ongeveer 26 juli tussen 1980 en 1990. Beiden zijn gecremeerd. Geen kinderen uit dit huwelijk. Blijkens notities van register Selwerderhof geboren op 20 januari 1920. Volgens GK (1920-1939) echter op 26-7-1920. Begraven op het Selwerderhof te Groningen, vak 5, rij 6, graf 405, met H.A. Peper. | Hollander, Geertje (I4098)
|
30 | 't Woerdje | Luikinga, Jan Tonnis (I29556)
|
31 | (Den Haag 1921 - Assen 1998) Econoom. Studeerde in Rotterdam bedrijfseconomie en economische geografie. Werd daarna door de Drentse commissaris J. Cramer ‘ontdekt’ en overgehaald om in Drenthe een ‘Eti’ te starten. In 1946 kwam hij bij Opbouw Drenthe in dienst bij de Economische Commissie, maar maakte er snel DETI (Drents Economisch Technologisch Instituut) van. Voormolen zou twee jaren blijven, maar het werden er ruim 36. Zijn taak was de bevordering van de Drentse industrie. In zijn periode van ‘ondernemerschap’ - hij wilde geen ambtenaar zijn - steeg het aantal arbeidsplaatsen van 6000 naar 40.000, met een effect voor nog eens 70.000 banen. Voormolen trok tal van grote bedrijven aan, o.a. Danlon. ‘DETI, c’est moi’, beleed hij. | Voormolen, Cornelis (I10357)
|
32 | (Teuntje Zoep), arbeider, koopman, visserman, lantaarnopsteker, pluimveehandelaar ging bij de boeren langs, bv. op het Westerdiep, voor in- en verkoop. Het ging om allerlei goederen, konijnehuiden, pluimvee, etc. | Oldenburger, Tonnis (I15952)
|
33 | (zie: http://www.ville-douai.fr/)Overleden in het hospitaal waar hij op 26-4-1812 naar toe was gebracht. Hij was soldaat in het 9e regiment artillerie van het Keizerlijke Franse leger. | Hazenberg, Harm Hendriks (I38168)
|
34 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Levend (I4636)
|
35 | 09 Nov 1942 | Blitz, Joël (I79038)
|
36 | 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.102v - 15 januari 1746 - 17 januari 1746 - Jan Wijbes en Wijpke Remkes (ehel.) verkopen aan Arent Harberts en Garmtie Garbrants (ehel.), in de Kijlcompagnie, de overdracht van een plaats dallen of ondergrond in de Kijlcompagnie, oost, no.90. Ten noorden Aaldrik Engelberts, ten oosten de weg, ten zuiden Pieter Philippus, ten westen het Compagniehoofddiep. Prijs: 150 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.180 - 13 maart 1752 - 21 april 1752 - Anna Sara Velingius, wed. Busch, verkoopt aan Arent Harberts en Garremtjen Garrems (ehel.) een plaats dallen en ondergrond in de Kijlcompagnie, no.89. Ten noorden majoor Duirsema, ten oosten de weg, ten zuiden kopers, ten westen compagnie[!]. Prijs: 140 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.98 - 4 maart 1762 - 9 maart 1762 - Derk Elias en Geesje Berents (ehel.) verkopen aan Arent Harberts en Garmtje Garms een stuk dalle of ondergrond in de Kalkwijk, west, no.101. Ten noorden verkoper, ten oosten het Kalkwijksterdiep, ten zuiden Heere Hooites, ten westen de Compagnieweg. Prijs: 110 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.138 - 1 juli 1765 - 20 augustus 1765 - Klaas Wilms Huisman en Lysabeth Harms (ehel.) verkopen aan Arent Harbers en Garmtie Garms (ehel.) een plaats dal bij de Kalkwijk, west, no.103. Ten noorden Heere Hooites, ten oosten het Kalkwijkster diep, ten zuiden Ubbe Meertens, ten westen de weg in t midden.Prijs: 220 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.154v - 25 mei 1767 - 2 juni 1767 - Commies generaal Sibinga en schulte H. van der Werf, in kwaliteit, verkopen aan Arend Harbers en Garmtie Garms (ehel.) een plaats dal in de Kijl ter zijden van Derk Tonnis no.63. Ten noorden verkopers, ten oosten het diep, ten zuiden Geert Wilms, ten westen Hindrik Weddelman. Prijs: 420 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.171v - 1 mei 1769 - 29 mei 1769 - Jacob Ottes en Elsje Izaks (ehel.) verkopen aan Arent Harberts en Garmtje Garmts (ehel.) een stuk dal of ondergrond in de Kalkwijk, west, no.104. Ten noorden kopers, ten oosten het Kalkwijkster hoofddiep, ten zuiden Claas Cornellijs, ten westen de Swarte weg. Prijs: 240 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.172 - 6 mei 1769 - 29 mei 1769 - Arent Harberts en Garmt Garmts (ehel.) verkopen aan Hindrik Wedelman en Elizabeth Hoitgras (ehel.) een plaats dal in de Kijlcompagnie, west, no.63. Ten noorden Jannes Douwes, ten oosten het Compagnie hoofddiep, ten zuiden Geert Willems, ten westen kopers. Prijs: 750 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.178 - 5 maart 1770 - 20 maart 1770 - Hindrik Roelfs en cons. verkopen aan Aarend Harberts en Garmtje Garmts (ehel.) een stuk land en dalle, in de Kijlcompagnie, oost, no.107. Ten noorden Cornelijs Berents, ten oosten de Compagnieweg, ten zuiden burgemeester C. Tjassens, ten westen het Hoofddiep. Prijs: 605 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.187 - 6 mei 1771 - 21 mei 1771 - Heere Hoites en Renske Jans (ehel.) verkopen aan Arend Harbers en Garmtie Garms (ehel.) een stuk dalle bij de Kalkwijk, west, no.102. Ten noorden kopers, ten oosten het diep, ten zuiden kopers, ten westen de weg. Prijs: 430 gld. | Kamphuis, Berend Arends (I12682)
|
37 | 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.61 - 23 oktober 1758 - 2 november 1758 - Eppo Woubeek verkoopt aan Jan Harbes een dal in de Kijlcompagnie, west, no.81. Ten noorden majoor Duirsema, ten oosten het Hoofddiep, ten zuiden majoor Duirsema, ten westen de heer Sigterman. Prijs: 312 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.90 - 4 mei 1761 - Jan Harbers verkoopt aan Meike Jans, weduwe van Geert Harms, een huisje met het heemstee in de Kijl, west, no. 75. Ten noorden Harbert Jans, ten oosten het diep, ten zuiden Andries Jans, ten westen Harbert Jans. Prijs: 100 gld. 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.198 - 2 maart 1772 - 17 april 1772 - Harbert Jans, als voormond en cons, verkoopt aan Klaas Hebels en Barber Jans (ehel.) een huis en heemstede in de Kijlcompagnie, oost, no.75. Ten noorden Hindrik Kiers' wed., ten oosten en zuiden Hindrik Hindriks, ten westen 't Kijlhoofddiep. Prijs: 855-5-0 1328r - Protocol van Sappemeer - fol.203 - 22 mei 1772 - 23 juli 1772 - Harbert Jans, en cons, in kwaliteit, voogden over de kinderen van Siertje Lammerts, verkopen aan Roelf Cornellis en Lammegien Jans (ehel.) een plaats land in de Kijlcompagnie, no.71. Ten noorden kopers, ten oosten het Hoofddiep, ten zuiden Roelf Cornellis te Velde, ten westen Roelf Abrahams. Prijs: 2310 gld. 10 st. | Harberts, Jan (I12294)
|
38 | 15 | Wösten, Johanna Henrica (I65281)
|
39 | 15 minuten oud. | Weusten, Henrij (I65473)
|
40 | 15 weken oud | Hollander, Meindert (I76716)
|
41 | 17-9-1909 bewijs van Nederlandschap afgegeven in Heerde, vermoedelijk vertrokken naar Duitsland | Wolf, Gerrit (I43654)
|
42 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Levend (I4781)
|
43 | 1858 Op 5 maart 1858 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de kof GRIETJE VAN KLEINEMEER, aangevraagd door S.J. Tromp, Ameland, voor zichzelf als kapitein. NAHE 170558 Carga lijsten Amsterdam. Südwesthorn, GRIETJE VAN KLEINEMEER, kapt. Tromp: 710 t. (opm: tonnen, hier vaten) raapzaad, W. & J.D. Lulofs (opm: ontvanger). AH 270958 Rensburg, 20 september. Binnengekomen GRIETJE VAN KLEINEMEER, kapt. S.J. Tromp, van Kiel naar Amsterdam. NRC 311058 Amsterdam, 30 oktober. De Nederlandse tjalk TROMP EN DE RUYTER, kapt. B.J. Tromp, van Horsens (opm: Denemarken) herwaarts gedestineerd, is de vorige week in een hevige storm bij Ameland verongelukt, doch het volk gered. (opm: de tjalk, bouwjaar 1853, kapt. Botte Jans Tromp, circa NLG 4.000 waard, zonk in de nacht van 2-3 oktober; de bemanning werd gered door kapt. Johan Söeker van de Hanoverse schoener RIXTINA ELIZA en in Hamburg aan land gebracht; mogelijk betreft het hier kapt. J.S.W. Fijen; in diezelfde storm verging in de nabijheid de GRIETJE VAN KLEINEMEER onder kapt. Sietje Jans Tromp, broer van Botte Jans; van deze kof verloren alle opvarenden het leven, zie NRC 221158) NRC 221158 Amsterdam, 20 november. Aangaande het schip GRIETJE VAN KLEINEMEER, kapt. S.J. Tromp, van Kiel naar Amsterdam, de 28e september Tonningen (opm: Tönning) gepasseerd, heeft men sedert niets vernomen. (opm: de koftjalk onder kapt. Sietje Jans Tromp was sinds maart 1858 in de vaart; behalve de bemanning waren naast de kapitein, 41, aanboord geweest de kapiteinse Grietje Tromp-Plukker, 25, naamgeefster van het schip, en waarschijnlijk hun beide kinderen Gooi, bijna 2, en Freerk Tromp, 5 maanden) NRC 291258 Amsterdam, 28 december. Aangaande de volgende schepen, heeft men sedert het vertrek niets vernomen: - De Nederlandse koftjalk GRIETJE VAN KLEINEMEER, kapt. Tromp, van Kiel herwaarts gedestineerd, de 28e september van Tonningen (opm: Tönning) vertrokken (opm: zie NRC 221158). - Het Nederlandse stoomschip NOORD-HOLLAND, kapt. J. Blad (opm: ijzeren schroefstoomschip, bouwjaar 1855; kapt. Jan Blad), de 3e november van Stockholm en de 7e dito van Kopenhagen herwaarts vertrokken (opm: zie NRC 091258 en 271258). | Tromp, Sietje Jans (I46971)
|
44 | 1858 Op 5 maart 1858 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de kof GRIETJE VAN KLEINEMEER, aangevraagd door S.J. Tromp, Ameland, voor zichzelf als kapitein. NAHE 170558 Carga lijsten Amsterdam. Südwesthorn, GRIETJE VAN KLEINEMEER, kapt. Tromp: 710 t. (opm: tonnen, hier vaten) raapzaad, W. & J.D. Lulofs (opm: ontvanger). AH 270958 Rensburg, 20 september. Binnengekomen GRIETJE VAN KLEINEMEER, kapt. S.J. Tromp, van Kiel naar Amsterdam. NRC 311058 Amsterdam, 30 oktober. De Nederlandse tjalk TROMP EN DE RUYTER, kapt. B.J. Tromp, van Horsens (opm: Denemarken) herwaarts gedestineerd, is de vorige week in een hevige storm bij Ameland verongelukt, doch het volk gered. (opm: de tjalk, bouwjaar 1853, kapt. Botte Jans Tromp, circa NLG 4.000 waard, zonk in de nacht van 2-3 oktober; de bemanning werd gered door kapt. Johan Söeker van de Hanoverse schoener RIXTINA ELIZA en in Hamburg aan land gebracht; mogelijk betreft het hier kapt. J.S.W. Fijen; in diezelfde storm verging in de nabijheid de GRIETJE VAN KLEINEMEER onder kapt. Sietje Jans Tromp, broer van Botte Jans; van deze kof verloren alle opvarenden het leven, zie NRC 221158) NRC 221158 Amsterdam, 20 november. Aangaande het schip GRIETJE VAN KLEINEMEER, kapt. S.J. Tromp, van Kiel naar Amsterdam, de 28e september Tonningen (opm: Tönning) gepasseerd, heeft men sedert niets vernomen. (opm: de koftjalk onder kapt. Sietje Jans Tromp was sinds maart 1858 in de vaart; behalve de bemanning waren naast de kapitein, 41, aanboord geweest de kapiteinse Grietje Tromp-Plukker, 25, naamgeefster van het schip, en waarschijnlijk hun beide kinderen Gooi, bijna 2, en Freerk Tromp, 5 maanden) NRC 291258 Amsterdam, 28 december. Aangaande de volgende schepen, heeft men sedert het vertrek niets vernomen: - De Nederlandse koftjalk GRIETJE VAN KLEINEMEER, kapt. Tromp, van Kiel herwaarts gedestineerd, de 28e september van Tonningen (opm: Tönning) vertrokken (opm: zie NRC 221158). - Het Nederlandse stoomschip NOORD-HOLLAND, kapt. J. Blad (opm: ijzeren schroefstoomschip, bouwjaar 1855; kapt. Jan Blad), de 3e november van Stockholm en de 7e dito van Kopenhagen herwaarts vertrokken (opm: zie NRC 091258 en 271258). | Tromp, Botte Jans (I46978)
|
45 | 2 | van der Naald, Meint (I50011)
|
46 | 20 Maart. Gisteravond is hier de 19‑jarige Kornelis de Jonge bij een twist doodgestoken. Als vermoedelijke dader van dit treurig drama is gearresteerd een zekere H. Tabak alhier. Nader vermeldt men ons: Van de Zaterdagavond hier op een zulk noodlottige wijze om het leven gebrachten Kornelis de Jonge verneemt men het volgende: De twist moet ontstaan zijn doordat Tabak op een harmonica van de Jonge wou spelen, wat deze niet wou toestaan. In een minimum van tijd was de twist zo noodlottig geworden. Verschillende messteken zijn den verslagene toegebracht, die onder den uitroep "ik sterf" de zaaldeur van de heer Bisschop binnen kwam vallen, waar hij binnen een paar minuten stierf. T., die daarna naar huis was gegaan, is nog dienzelfden avond door den rijksveldwachter Jakobs van Emmer‑Compascuum en den onbezoldigd rijksveldwachter J.Holman van hier gearresteerd. T. heeft alles bekend. De dader, die reeds eerder wegens doodslag 2 jaar gevangenisstraf heeft ondergaan werd naar Assen over gebracht. Bron: Emmercourant van Maart 1915.Volgens de burgelijkestand was Cornelis 22 jaar oud, dus een fout in de courant. Nieuwe Rotterdamsche Courant‑ dinsdag 27 april 1915. Voor de rechtbank van Assen heeft gisteren terechtgestaan H.T (Hendrik Tabak),oud 24 jaar, arbeider in Emmererfscheidenveen, sedert 22 maart gedetineerd terzake,dat hij op 20 maart te Emmer Erfscheidenveen opzettelijk Kornelis de Jonge van het leven heeft beroofd door dezen opzettelijk een hevige steek met een scherp voorwerp in de hartstreek toe te brengen, welke steek een hevige hartverwonding bij voornoemden de Jonge heeft veroorzaakt, tengevolge waarvan deze binnen weinige oogenblikken aan het toebrengen dier verwonding is overleden. Beklaagde zegt op 20 maart des avonds tusschen 6 en 7 uur in het cafe van Reinder Bisschop te Emmer Erfscheidenveen te zijn geweest. Na een kleinen woordentwist was hij naar buiten gegaan, gevold door den verslagene. Deze had hem met een biljartqeu geslagen, waarbij hij op den grond viel. Opstaande had hij zijn mes getrokken en de Jonge daarmede eenige malen gestoken. Waar hij hem raakte, weet beklaagde niet meer te zeggen. De Jonge was door een ruit gevallen en was daarna onmiddellijk overleden. De verklaringen der getuigen bevestigen vrijwel de verklaring van beklaagde. De heer Anema, arts te Assen, welke met den heer Lubberman, arts te Emmer Erfscheidenveen het lijk van den verslagene heeft geschouwd, verklaart, dat zij 8 snijwonden aan het lichaam hebben geconstateerd. De linkerlong vertoonde 3 steekwonden, terwijl een steekwonde in het hartzakje werd geconstateerd. De dood moet een onmiddellijk gevolg zijn geweest van de steekwonde aangebracht in de hartstreek tusschen de 5e en 4e rib links,terwijl 3 steekwonden in de linkerlong van levensgevaarlijke aard waren. Het O.M. eischt wegens doodslag veroordeling tot 6 jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. A. Kloekers, wijst er op, dat beklaagde uit noodweer heeft gehandeld en verzoekt voor beklaagde vrijspraak. Een neef van Hendrik vertelde het volgende: Hij vertelde dat Hendrik twee mensen had gedood een geval was gebeurd in Duitsland. Verder vertelde hij dat Hendrik op zijn beurt ook is gedood. Op een avond lag Hendrik te slapen in een cafe (waarschijnlijk teveel op) en werd toen met een bijl op het hoofd geslagen. Hendrik was echter niet meteen dood en werd toen in het water gegooid. Hendrik kwam toen weer bij bewustzijn en probeerde uit het water te komen, maar men trapte hem er telkens in terug zodat hij verdronk. Er schijnt geen strafvervolging ingesteld te zijn omdat men een brief met handtekeningen in diende, waar in men verklaarden verschrikkelijk bang te zijn voor Hendrik. | de Jonge, Cornelis (I50799)
|
47 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Levend (I70076)
|
48 | 25-6-1999 Vanaf 1985 woonachtig in het Bejaardentehuis "De Wissel" Erasmuslaan 50-318. | Bosch, Gerritdina (I10779)
|
49 | 3 | Kuiken, Gauke Reins (I71567)
|
50 | 3 maanden oud | Hollander, Jentje (I76718)
|